Vandaag 25 jaar geleden brak mijn hart.
Ik verloor een jeugdvriend. Hij was net 25 geworden.
‘Het moet niet kunnen zoiets’, zei mijn oma. Daar was ik het mee eens. Verder wist ik even niets. Hoe ga je met ‘zoiets’ om.
Ik vond dat ik geen recht had op verdriet. Het was voor mij lang niet zo erg als voor zijn ouders, zijn broer, zijn beste vrienden. Ik zag hem toch ook helemaal niet meer zo vaak ofzo, sinds ik het dorp uit was verhuisd.
Ik was met hem opgegroeid. Had hem vanaf mijn 4e tot mijn 18e zo ongeveer elke dag van mijn leven gezien. En zoveel met hem beleefd onderweg fietsend naar school, op kamp, met Carnaval, disco’s bij ons in de kelder.
Ontelbaar veel herinneringen.
Pas sinds een paar jaar, durf ik het te zeggen, dat het mijn hart brak. Verdriet is niet iets om je voor te schamen of iets wat je kan vergelijken of op een weegschaal leggen. Met hem verloor ik een stukje van mijn onschuld door het besef dat ‘zoiets’ toch echt wel gebeurt. Het besef dat zo’n vriendschap niet heel gewoon of vanzelfsprekend is.
Vandaag ben ik verdrietig. En ben ik dankbaar dat hij mijn vriend was en wat hij me leerde.
Morgen ga ik weer doen wat hij zo goed kon. Plezier maken en knallen.